De zomer is in het land! Daarbij denken we spontaan aan zon, strand, ijsjes … Maar zomer betekent ook drukkende hitte, zelfs in de meest noordelijke steden. Is dat wel normaal? Met de hittegolf van midden juli is de opwarming van de aarde actueler dan ooit. Hoe is de klimaatopwarming de voorbije jaren geëvolueerd en wat zegt die evolutie over de toekomst?
In december jongstleden heeft het CNRS (het Frans nationaal centrum voor wetenschappelijk onderzoek), in samenwerking met Météo France, het European Climate Prediction system en de Europese Unie, een video online gezet waarin een beeld wordt geschetst van het klimaat in Europa in 2050.
Dankzij de wetenschappelijke vooruitgang kunnen we ons nu al een concreet beeld vormen van het klimaat in 2050 als er niets verandert. Afgezien van het afschrikwekkende effect van dergelijke prognoses stellen ze ons in staat om beter te anticiperen op de noodzakelijke toekomstige aanpassingen.
In de video wordt uitgelegd dat het klimaat op aarde nooit constant is geweest: het is altijd op natuurlijke wijze geëvolueerd met variaties die doorgaans bijna niet waarneembaar zijn op de menselijke tijdschaal. Vandaag is dat echter niet langer het geval, aangezien de aarde in een ongekend tempo en met een nooit geziene kracht opwarmt – en het zal er met de tijd niet beter op worden. Ter vergelijking: de aarde is tussen 1850 en 2021 één graad Celsius warmer geworden. Vandaag verwacht men dat de temperatuur op aarde tussen nu en 2050 – minder dan 30 jaar dus – met twee graden zal stijgen.
Hoe komt dat? We weten dat de klimaatopwarming een rechtstreeks gevolg is van broeikasgassen die door menselijke activiteiten (industrie, transport, landbouw enz.) worden uitgestoten. Laten we duidelijk zijn: we kunnen niets meer doen aan de emissies uit het verleden die de opwarming van de aarde in gang hebben gezet. Wat we wel kunnen doen, is de uitstoot van broeikasgassen verminderen om de gevolgen voor de toekomst te beperken.
Dat is precies het doel van de maatregelen die veel landen hebben genomen in het kader van de akkoorden van Parijs (die eind 2016 werden ondertekend). Die akkoorden hebben tot doel de effecten van de klimaatverandering te verzachten en de opwarming van de aarde te stabiliseren op minder dan twee graden, in plaats van de verwachte vier graden als er niets wordt gedaan.
De opwarming van de aarde is een wereldwijde realiteit, maar de impact ervan verschilt van regio tot regio. De klimaatopwarming in continentaal Europa (ja, dat zijn wij!) zou hoger zijn dan het mondiale gemiddelde: +3 graden Celsius (in plaats van 2).
De zomer in 2050 zal allesbehalve een droomzomer zijn: in het Middellandse Zeegebied, dat de gevolgen van de klimaatopwarming meer dan andere regio’s zal voelen, zal het heet en droog zijn. Andalusië, bijvoorbeeld, zou meer dan 20 dagen per jaar 40° kunnen bereiken. Zelfs een stad als Berlijn zou regelmatig meer dan 35° kunnen optekenen. In het algemeen zullen hittegolven (zoals we die nu meemaken) veel vaker voorkomen.
Het enige positieve punt is dat de toename van de zonnestraling aan het oppervlak de productie van zonne-energie een boost kan geven. Maar dat is een schrale troost.
Meer zonneschijn betekent daarom niet minder regen – integendeel! De klimaatopwarming zou leiden tot intensere en langere regens, vooral in het najaar, met een toenemend risico op overstromingen. In de winter zou een temperatuurstijging van bijna 3,5° (vooral in Noord- en Oost-Europa) zorgen voor minder vorst, minder sneeuw en meer smeltend ijs (vooral omdat de klimaatopwarming in de bergen sneller verloopt dan in lager gelegen gebieden).
Ook het klimaat in de steden zal veranderen, wat nog wordt versterkt door het “hitte-eilandeffect” (urban heat island effect). Dat fenomeen genereert in steden meer warmte dan op het platteland. Denken we maar aan Parijs of Brussel tijdens recente hittegolven. In 2050 zal het klimaat in Londen lijken op dat van Barcelona in 2000; in Parijs zal men zich in Istanboel wanen.
Europa zal zich dus, net als de rest van de wereld, moeten aanpassen. Elke burger, Europeaan of niet, zal hierbij een rol te spelen hebben. De klimaatopwarming bestrijden kan enkel als we alle krachten bundelen.